Nationaal Hervormingsprogramma - België 2011

Dit nationaal hervormingsprogramma bevat de prioritaire acties diede federale overheid en de gemeenschappen en gewesten ondernemen inantwoord op de sociaaleconomische aandachtspunten geïdentificeerd inhet kader van de Europa 2020 strategie. Deze acties zijn gericht op hetbereiken van de vijf Europa 2020 doelstellingen en passen in de logicavan de Europese prioriteiten geïdentificeerd op Europese Raad van 24-25maart en het Euro plus-pact (zie Bijlage 1). De acties in het Nationalehervormingsprogramma zijn complementair aan het stabiliteitsprogrammawat het macro-economisch luik betreft en complementair met de strategievoor duurzame ontwikkeling wat de globaalstrategie betreft.

Het Nationaal Hervormingsprogramma (NHP) in de Europa 2020 strategie

Met het NHP wenst België een opvolging te geven aan de Europa 2020-strategie. Deze strategie vindt haar oorsprong in 26 maart 2010 toen de Europese Raad afgesproken heeft om Europa 2020: een nieuwe Europese strategie voor jobs en groei in het leven te roepen.Deze strategie werd voorafgegaan door de Lissabon-strategie die voor de periode 2000-2010 de leidraad vormde voor het sociaal-economisch beleid in Europa.

In maart 2010 spraken de staats- en regeringsleiders af welke grote thema’s de nieuwe strategie moet bevatten: competitiviteit, productiviteit, groeipontieel en economische convergentie. Hiertoe werden o.m. vijf kwantitatieve doelstellingen gesteld voor Europa als geheel. De strategie voorziet ook dat de ledenlanden hun eigen nationale rapporten moeten maken: het groei- en stabiliteitsprogramma en het nationaal hervormingsprogramma (NHP). In het NHP moet elke lidstaat eigen, nationale doelstellingen rapporteren en moet het in detail aangeven wat het zal doen om de doestellingen te bereiken. Via de nationale hervormingsprogramma’s geven de EU-landen aldus uiting van hoe de Europese doelstellingen worden vertaald op landenniveau.

De essentie van de Europa 2020-strategie

De Europese Raad bepaalt vijf centrale doelstellingen die de EU in 2020 moet bereikt hebben:

  • 75% van de 20-64 jarigen van de beroepsbevolking moet werken;
  • 3% van het BBP moeten O&O-uitgaven zijn;
  • Broeikasgassen moeten in vergelijking met 1990 20% lager zijn. Het aandeel van vernieuwbare energie moet 20% bedragen. De energie-efficiëntie moet met 20% verbeteren.
  • Maximaal 10% mag vroegtijdig de school verlaten. Minstens 40% van de 30-34 jarigen moet een diploma hebben van hoger onderwijs.
  • Mensen met een risico van armoede en sociale exclusie moet minstens met 20 miljoen verminderen.

Om deze doelstellingen te bereiken worden geïntegreerde (economie en werkgelegenheid) richtsnoeren opgesteld. In juni 2010 worden de 10 geïntegreerde richtsnoeren door de Europese Raad aangenomen.

De lidstaten worden verwacht om hun beleid in overeenstemming te brengen met deze richtlijnen. Elk jaar maakt de Europese Raad landenspecifieke aanbevelingen om landen aan te manen om hun beleid bij te sturen.

Om het beleid verder te ondersteunen worden zeven “vlaggeschepen” in het leven geroepen over verschillende deelaspecten van de strategie.

Het economisch bestuur (economic governance) wordt verscherpt. De essentiële elementen hiervan zijn de volgende:

  • Grotere fiscale discipline;
  • Bredere economische opvolging;
  • Coördinatie van het economisch beleid;
  • Instelling van een raamwerk voor crisis management;
  • Noodzaak van sterkere instellingen.

Er wordt een Europees semester in het leven geroepen (grosso modo de eerste helft van het jaar) waarin een intensieve opvolging geschiedt van de economisch-financiële situatie van Europa en de lidstaten.

Het Euro-Plus pact bouwt voort op de Europa 2020-strategie en is lijn met het Europees Semester. Het doel van het Pact is om een grotere convergentie te bereiken in de eurozone en (op vrijwillige basis) in de landen die niet tot de eurozone behoren. Het is de bedoeling om de competitieve positie in de wereld te versterken, om meer werkgelegenheid te creëren, om bij te dragen aan de duurzaamheid van de openbare financiën en om de financiële stabiliteit te versterken.

Wat wordt behandeld in het NHP?

Het NHP maakt deel uit van de Europese verplichtingen in het kader van de Europa 2020-strategie. Het NHP is het zuster-document van het Stabiliteits- en Groeiprogramma (SGP). Terwijl het SGP de openbare financiën behandelt, wordt het structureel economisch en werkgelegenheidsbeleid behandelt in het NHP. Beide programma’s gaan uit van eenzelfde macro-economische omgeving. In het NHP worden de botllenecks en de antwoorden vanuit sociaal-economisch beleid behandeld van de verschillende deelaspecten:

  • De macro-financiële stabiliteit;
  • Extern evenwicht en competitiviteit;
  • De arbeidsmarkt en
  • Sociale bescherming en sociale inclusie

Voor elk van deze domeinen wordt de situatie geanalyseerd en wordt een beleid voorgesteld om te verhelpen aan de bestaande problemen. Daarenboven rapporteert elke lidstaat eigen, nationale doelstellingen en geeft het in detail aan wat het zal doen om de doestellingen te bereiken. Ten slotte rapporteren de lidstaten ook over hun verplichtingen in het kader van het Euro-Plus pact dat in maart 2011 werd afgesproken. In november 2010 werd een ontwerp-nationaal hervormingsprogramma gemaakt en in april 2011werd het eerste NHP opgeleverd.